Als u wilt voorkomen dat gebruikers per ongeluk of opzettelijk belangrijke gegevens kunnen wijzigen, verplaatsen of verwijderen, kunt u cellen vergrendelen en beveiligen. Het proces voor het vergrendelen van cellen bestaat uit twee stappen: het toevoegen van het opmaakkenmerk Vergrendelen aan de cellen en het inschakelen van werkbladbeveiliging.
Cellen vergrendelen
-
Selecteer de cellen die u wilt vergrendelen.
-
Klik in het menu Opmaak op Cellen of druk op + 1.
-
Klik op het tabblad Beveiliging en zorg ervoor dat het selectievakje Vergrendeld is ingeschakeld.
Opmerking: Standaard is het opmaakkenmerk Vergrendeld aan alle cellen toegewezen, tenzij u dit eerder hebt uitgeschakeld.
-
Als u alle cellen wilt ontgrendelen, selecteert u alle cellen. Druk op + 1. Klik vervolgens om het selectievakje Vergrendeld uit te schakelen (selectievakje is dan niet geselecteerd).
-
Klik op het tabblad Controleren op Blad beveiligen of Werkmap beveiligen. Typ een wachtwoord voor het blad of de werkmap en typ het wachtwoord nogmaals onder Bevestigen.
Opmerking: Het invoeren van een wachtwoord is optioneel. Als u geen wachtwoord invoert, kan elke gebruiker de beveiliging van het werkblad opheffen en de beveiligde onderdelen wijzigen. Als u ervoor kiest een wachtwoord in te voeren, moet u zorgen dat dit gemakkelijk te onthouden is of moet u het wachtwoord opschrijven en op een veilige plaats bewaren. Als u het wachtwoord kwijtraakt, hebt u geen toegang tot de beveiligde onderdelen in het blad.
-
Als u niet wilt dat personen vergrendelde cellen selecteren, schakelt u het selectievakje Vergrendelde cellen selecteren uit.
-
Als u wilt dat personen niet-vergrendelde cellen kunnen selecteren en invullen, schakelt u Ontgrendelde cellen selecteren in.
-
Voordat u op OK klikt, zijn er misschien andere dingen die personen moeten kunnen doen met vergrendelde cellen, zoals deze selecteren of opmaken. Als dit het geval is, kiest u onder Gebruikers van dit blad mogen de elementen die personen mogen selecteren of wijzigen.
-
Klik op OK.
Cellen ontgrendelen
-
Mogelijk moet u de beveiliging tijdelijk uitschakelen, zodat u de cellen kunt ontgrendelen. Klik op het tabblad Controleren op Beveiliging blad opheffen of Beveiliging werkmap opheffen. Typ vervolgens het wachtwoord.
-
Selecteer de cellen die u wilt ontgrendelen.
-
Druk op + 1. Klik vervolgens om het selectievakje Vergrendeld uit te schakelen (selectievakje is dan niet geselecteerd).
-
Als er andere cellen zijn die nog moeten worden vergrendeld, klikt u op het tabblad Controleren op Blad beveiligen of Werkmap beveiligen. Typ vervolgens wachtwoord voor het blad en bevestig het wachtwoord door dit nogmaals te typen.