Gebruik de functie DDESend om een DDE-gesprek (Dynamic Data Exchange) te starten met een andere toepassing en een item met gegevens naar die toepassing te sturen vanuit een besturingselement in een formulier of rapport.
U kunt de functie DDESend bijvoorbeeld gebruiken in de eigenschap ControlSource van een tekstvak om de gegevens die worden weergegeven in dat tekstvak, naar een bepaalde cel in een Microsoft Office Excel 2007-spreadsheet te versturen.
Syntaxis
DDESend ( toepassing, onderwerp, item, gegevens )
De syntaxis van de functie DDESend heeft deze argumenten:
Argument |
Beschrijving |
toepassing |
Een reeksexpressie die een toepassing identificeert die kan deelnemen aan een DDE-gesprek. De waarde voor het argument toepassing is meestal de naam van een EXE-bestand (zonder de extensie .exe) voor een Microsoft Windows-toepassing, zoals Excel. Als u bijvoorbeeld een DDE-gesprek met Excel wilt starten, typt u "Excel" voor het argument toepassing. |
onderwerp |
Een tekenreeksexpressie die bestaat uit de naam van een onderwerp dat wordt herkend door toepassing. Het argument onderwerp is vaak een document of gegevensbestand. Raadpleeg de documentatie van de andere toepassing voor een lijst met mogelijke onderwerpen. |
item |
Een tekenreeksexpressie die bestaat uit de naam van een gegevensitem dat wordt herkend door toepassing. Raadpleeg de documentatie van de andere toepassing voor een lijst met mogelijke items. |
gegevens |
Een tekenreeks of expressie met de gegevens die u wilt verzenden naar toepassing. |
Opmerkingen
Voer de functie DDESend uit om een DDE-gesprek met toepassing te starten over onderwerp, waarbij item het gegevensitem is dat gegevens ontvangt. Als de toepassing bijvoorbeeld Excel is, kan het onderwerp"Sheet1" zijn en kan item een aanduiding van een rij en kolom zijn, zoals "R1C1" of de naam van een bereik van cellen.
Het argument gegevens geeft aan welke gegevens u wilt verzenden. Dit kan een letterlijke tekenreeks zijn, zoals "Report prepared by John", maar ook een expressie die het resultaat bevat van een functie waarmee een tekenreeks wordt gemaakt, zoals "Prepared on " & Date(). Als item verwijst naar meer dan één gegevensitem, zoals een benoemd bereik in een Excel-werkblad met meerdere cellen, wordt gegevens door DDESend naar de eerste vermelding verstuurd.
In het volgende voorbeeld wordt de tekenreeks "Some text" door DDESend verzonden naar de cel in rij 1, kolom 1 in een Excel-werkblad. U kunt deze expressie voor een tekstvak invoeren in het eigenschappenvak ControlSource van het eigenschappenvenster van het besturingselement:
=DDESend("Excel", "Sheet1", "R1C1", "Some text")
Stel dat u gegevens uit een afhankelijk besturingselement in een Microsoft Office Access 2007-formulier wilt verzenden naar een cel in een Excel-spreadsheet. De eigenschap ControlSource van het afhankelijke besturingselement bevat al een veldnaam of expressie. U kunt een ander tekstvak of keuzelijst met invoervak maken en de eigenschap ControlSource hiervan instellen op een expressie die de functie DDESend bevat, waarbij het argument gegevens de naam is van het afhankelijke besturingselement. Als u bijvoorbeeld een afhankelijk tekstvak hebt met de naam LastName, kunt u een ander tekstvak maken en de eigenschap ControlSource van dit tekstvak instellen op:
=DDESend("Excel", "Sheet1", "R1C1", [LastName])
Dit tussenliggende besturingselement moet een tekstvak of een keuzelijst met invoervak zijn. U kunt niet de naam van een afhankelijk besturingselement gebruiken als het argument gegevens voor een selectievakje of groepsvak.
U kunt de functie DDESend alleen gebruiken in de eigenschap ControlSource van een tekstvak, groepsvak, selectievakje of keuzelijst met invoervak op een formulier. U kunt de functie DDESend niet aanroepen vanuit een VBA-module (Visual Basic for Applications).
Als u de functie DDESend gebruikt, krijgt het besturingselement het kenmerk Alleen-lezen in de formulierweergave en in het afdrukvoorbeeld. Aangezien de eigenschap ControlSource ook Alleen-lezen is in de formulierweergave en in het afdrukvoorbeeld, moet het besturingselement worden gewijzigd in de ontwerpweergave.
Microsoft Windows en het geheugen en de bronnen van uw computer bepalen het maximum aantal DDE-gesprekken dat tegelijk geopend kan zijn. Als het gesprek niet kan worden gestart omdat toepassing niet wordt uitgevoerd of omdat onderwerp niet wordt herkend, of als het maximum aantal gesprekken al is bereikt, retourneert DDESend een Null.
Opmerking: Het is ook mogelijk dat de andere toepassing is geconfigureerd om aanvragen voor een DDE-gesprek te negeren. In dat geval retourneert DDESend een Null. Op dezelfde manier kunt u instellen dat Access aanvragen van andere toepassingen negeert: klik op Opties voor Access in het menu Bestand en klik op Geavanceerd in het dialoogvenster Toepassingsinstellingen. Schakel onder DDE-bewerkingen het selectievakje DDE-aanvragen negeren in.
Tip Als u vanuit Access de objecten van een andere toepassing wilt manipuleren, kunt u overwegen om Automatisering te gebruiken.
In de volgende tabel ziet u hoe DDESend werkt met de verschillende besturingselementen.
Besturingselement |
Opmerkingen |
Tekstvak of keuzelijst met invoervak |
Aangezien het tekstvak of de keuzelijst met invoervak zonder inhoud wordt weergegeven in de formulierweergave en in het afdrukvoorbeeld, is het raadzaam om de eigenschap Visible in te stellen op False. Het argument gegevens kan verwijzen naar een ander besturingselement. In het volgende voorbeeld ziet hoe u de inhoud van een besturingselement met de naam LastName verstuurt naar een Excel-werkblad: =DDESend("Excel", "Sheet1", "R1C1", [LastName]) |
Groepsvak |
Geen van de keuzerondjes in het groepsvak is geselecteerd in de formulierweergave en in het afdrukvoorbeeld. U kunt het groepsvak (en de keuzerondjes) onzichtbaar maken door de eigenschap Visible in te stellen op False. Het argument gegevens moet numerieke gegevens bevatten, zoals "2". Als het argument gegevens niet numeriek is, worden er geen gegevens verzonden door DDESend en blijft item ongewijzigd. |
Selectievakje |
Het selectievakje wordt lichter gekleurd weergegeven in de formulierweergave en in het afdrukvoorbeeld. U kunt het onzichtbaar maken door de eigenschap Visible in te stellen op False. Het argument gegevens moet numerieke gegevens bevatten, zoals "2". Als het argument gegevens niet numeriek is, worden er geen gegevens verzonden door DDESend en blijft item ongewijzigd. |