Berekent de boogsinus, of inverse sinus, van een getal. De boogsinus is de hoek waarvan getal de sinus is. De resulterende hoek wordt uitgedrukt in radialen van -pi/2 tot pi/2.
Syntaxis
BOOGSIN(getal)
Getal is de sinus van de hoek die u wilt berekenen. Dit moet een getal tussen -1 en 1 zijn.
Opmerking
Als u de boogsinus in graden wilt uitdrukken, vermenigvuldigt u het resultaat met 180/PI() of gebruikt u de functie GRADEN.
Voorbeelden
|
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
|
=BOOGSIN(-0,5) |
De boogsinus van -0,5 in radialen, -pi/6 (-0,5236) |
|
=BOOGSIN(-0,5)*180/PI() |
De boogsinus van -0,5 in graden (-30) |
|
=GRADEN(BOOGSIN(-0,5)) |
De boogsinus van -0,5 in graden (-30) |
