Besturingselementen en gekoppelde cellen op een werkblad beveiligen

Mogelijk wilt u beveiliging toevoegen aan formulierbesturingselementen en ActiveX-besturingselementen om te voorkomen dat gebruikers besturingselementen verplaatsen, wijzigen of verwijderen.

1. Als een of meer besturingselementen een ActiveX-besturingselement zijn:

   1. Zorg ervoor dat het tabblad Ontwikkelaars beschikbaar is. Zie Het tabblad Ontwikkelaars weergeven voor meer informatie.

   2. Zorg ervoor dat u zich in de ontwerpmodus bevindt. Schakel op het tabblad Ontwikkelaars in de groep Besturingselementenontwerpmodus in .

2. Selecteer het besturingselement dat u wilt beveiligen.

   Zie Besturingselementen op een werkblad selecteren of deselecteren voor meer informatie.

3. Als u wilt voorkomen dat een gebruiker een besturingselement verplaatst, wijzigt of verwijdert, klikt u met de rechtermuisknop op de selectie en klikt u vervolgens op Besturingselement opmaken.

4. Schakel op het tabblad Beveiliging het selectievakje Vergrendeld in.

5. Als het besturingselement een gekoppelde cel heeft, ontgrendelt u de cel zodat het besturingselement ernaar kan schrijven en verbergt u de cel zodat een gebruiker geen onverwachte problemen kan veroorzaken door de huidige waarde te wijzigen. De cel ontgrendelen:

   1. Klik op het tabblad Start in de groep Cellen op Opmaak en klik vervolgens op Besturingselement opmaken.

   2. Schakel op het tabblad Beveiliging het selectievakje Vergrendeld uit en klik op OK.

      Verberg vervolgens de kolom of rij met de gekoppelde cel of verplaats de inhoud van de gekoppelde cel naar een afzonderlijk werkblad en verberg dat werkblad.

      Zie Rijen en kolommen verbergen of weergeven en Werkbladenof werkmappen verbergen of weergeven voor meer informatie.

6. Als u wilt voorkomen dat gebruikers de beveiligingen wijzigen voor de cellen en besturingselementen die u hebt ingesteld, beveiligt u zowel het werkblad als de werkmap.

   Zie Een werkmap beveiligen voor meer informatie.