Slicers in Power View

Slicers zijn een filtertype. Plaats een slicer op een blad als u alle visualisaties op het blad tegelijk wilt filteren. Wanneer u op een item in de slicer klikt, worden alle visualisaties met gerelateerde inhoud gefilterd op het geselecteerde item. Power View-slicers werken vrijwel hetzelfde als slicers in Power Pivot in Excel.

U kunt meer dan één slicer toevoegen aan uw rapport, en de filtereffecten van alle slicers worden gecombineerd. Slicers filteren elkaar.

1. Maak een tabel met één kolom op basis van een veld dat een kenmerk is, zoals Naam of Categorie, en geen numerieke waarde.
   
   U kunt afbeeldingen in uw gegevens gebruiken als slicers. Lees meer over het gebruik van afbeeldingen in Power View.

2. Klik op het tabblad Ontwerpen op Slicer.

   De tabel wordt geconverteerd naar een slicer.

3. Klik op een waarde in de slicer om de inhoud van het blad of de weergave te filteren. Als u meerdere waarden wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt wanneer u klikt.

4. Als u het slicerfilter wilt wissen, beweegt u de cursor boven de slicer en klikt u vervolgens in de rechterbovenhoek van de slicer op Filter wissen.

In deze afbeelding wordt met de slicer Afbeelding discipline aan de linkerkant gefilterd op kunstschaatsen, dus alleen gegevens over kunstschaatsen worden weergegeven in de matrix en in de kolomdiagram aan de rechterkant.

Filtering met een slicer verschilt van andere filtertypen. Slicers:

• Filteren grafieken. Ze markeren geen grafieken.

• Worden opgeslagen met de werkmap of het rapport. Wanneer u een werkmap of rapport opslaat, sluit of opnieuw opent, worden dezelfde waarden geselecteerd in de slicer.

• Kunnen afbeeldingsvelden gebruiken. Achter de schermen gebruikt Power View het veld Rijaanduiding voor die afbeelding in het gegevensmodel als het filter in de slicer. Als het gegevensmodel zich in Excel bevindt, moet u mogelijk eigenschappen voor tabelgedrag configureren voor Power View-rapporten.

Naar boven