In het dialoogvenster AutoVorm kunt u kleur, patroon, omtrek, grootte en andere opties wijzigen.
Wat wilt u doen?
De opvulling en omtrek (kleuren en lijnen) van de vorm wijzigen
Klik op de gewenste kleur als u een vorm wilt opvullen met een effen kleur. Klik op Opvuleffecten als u een achtergrond met meerdere kleuren wilt toevoegen.
Een opvulling kiezen
Kleur Klik op de gewenste kleur en klik op Geen opvulling als u wilt dat de vorm dezelfde kleur heeft als de achtergrond van de pagina, of klik op Meer kleuren als u een aangepaste kleur wilt maken.
Opvuleffecten Kies tussen een kleurovergang die van de ene tint overloopt in een andere, een bitmappatroon, een patroon of een afbeelding.
-
Kleurovergang Klik op het tabblad Kleurovergang om een continuüm van tinten of kleuren toe te voegen.
-
Klik onder Kleuren op Eén kleur, Twee kleuren of Vooraf ingesteld, en selecteer de gewenste kleuren of vooraf ingestelde kleurencombinaties in de lijst die wordt weergegeven.
-
Verplaats de schuifregelaars onder Doorzichtigheid om transparantieniveaus voor beide uiteinden van de kleurovergang in te stellen.
-
Klik onder Arceringsstijlen op de richting waarin u de kleurovergang wilt laten lopen.
-
Klik onder Varianten op de gewenste versie van de arceringsstijl. In het vak Voorbeeld kunt u zien hoe het eruitziet.
-
Schakel het selectievakje Draaien met vorm in als u de richting van de kleurovergang ten opzichte van de vorm wilt behouden als u de vorm draait.
-
-
Bitmappatroon Klik op het gewenste bitmappatroon of klik op Ander bitmappatroon als u een van uw eigen afbeeldingen wilt kiezen.
-
Patroon Klik op het patroon dat u wilt gebruiken. Klik in de lijst Voorgrond op de kleur die u wilt gebruiken voor het patroon. Klik in de lijst Achtergrond op de gewenste achtergrondkleur. In het vak Voorbeeld ziet u een voorvertoning van de kleuren.
-
Afbeelding Klik op Afbeelding selecteren, blader naar de afbeelding die u wilt gebruiken en klik op Invoegen.
-
Als u wilt dat de afbeelding zijn verhoudingen behoudt wanneer u de grootte van de vorm verandert, schakel dan het selectievakje Hoogte-breedteverhouding van afbeelding vergrendelen in.
-
Schakel het selectievakje Draaien met vorm in als u de richting van de afbeelding ten opzichte van de vorm wilt behouden als u de vorm draait.
-
Doorzichtigheid Als u door de vorm heen wilt kunnen kijken, kunt u de schuifregelaar gebruiken of een percentage invoeren om het transparantieniveau in te stellen.
De kleur en stijl van de omtrek wijzigen
Lijnkleur Klik onder Lijn op de lijst Kleur en vervolgens op de gewenste kleur.
Streepjeslijnen Als u een streepjeslijn voor de omtrek van uw vorm wilt gebruiken, klikt u op de lijst Streepjes en vervolgens op het gewenste lijntype.
Lijnstijl Klik op de lijst Stijl en vervolgens op de gewenste lijnstijl en -dikte.
Breedte Als u de lijndikte van de gekozen stijl wilt aanpassen, voert u een nieuwe waarde in het vak Dikte in.
Speciale opties voor pijlvormen
Als uw AutoVorm een pijl is, kunt u de begin- en eindstijl voor de pijl instellen. Afhankelijk van de geselecteerde stijlen kunt u ook de grootte voor het begin en einde van de pijl wijzigen.
De grootte wijzigen
Klik op het tabblad Grootte als u opties voor de grootte wilt wijzigen. U kunt een specifieke (absolute) afmeting instellen of de afmetingen instellen als een percentage van de documentpagina of marge.
Op het tabblad Grootte kunt u ook de draaiing en schaal van de vorm instellen.
Hoogte en breedte In de gebieden Hoogte en Breedte kunt u het volgende doen:
-
Klik op Absoluut en voer een grootte in.
-
Klik op Relatief en voer een percentage in. Klik vervolgens in de lijst Ten opzichte van, klik op Pagina of klik op de marge ten opzichte waarvan de grootte van de AutoVorm is.
Draaien Voer in het vak Draaiing het aantal graden in waarmee u de AutoVorm rechtsom wilt draaien. Als u bijvoorbeeld 90 graden invoert, draait de vorm een kwartslag rechtsom.
Schaal Verander de hoogte of breedte met een percentage. Als u beide tegelijkertijd wilt wijzigen, schakelt u het selectievakje Hoogte-breedteverhouding vergrendelen in. Schakel het selectievakje In verhouding tot oorspronkelijk formaat in als u wijzigingen wilt aanbrengen op basis van de oorspronkelijke afmetingen. Als het selectievakje In verhouding tot oorspronkelijk formaat niet beschikbaar is, klik dan op Beginwaarden.
Opmerking: Wanneer u op Beginwaarden klikt, krijgt de vorm de oorspronkelijke grootte. Dit is niet per se de grootte waarin u de afbeelding in uw document hebt ingevoegd.
De indeling wijzigen
Terugloopstijl Klik op een optie om op te geven hoe tekst rond de AutoVorm loopt.
-
In tekstregel Met de optie In tekstregel plaatst u de AutoVorm waar u in het document klikt, net alsof de vorm een stukje tekst is. De regelhoogte wordt aangepast om ruimte te maken voor de vorm. De AutoVorm behoudt zijn positie ten opzichte van de tekst eromheen.
-
Om kader Met de optie Om kader maakt u een rechthoekige vorm waar de tekst omheen loopt.
-
Contour Met de optie Contour loopt de tekst dicht langs de randen van de AutoVorm.
Opmerking: Als uw AutoVorm een vierkant of rechthoek is, ziet dit er net zo uit als de optie Om kader.
-
Achter tekst Met de optie Achter tekst laat u de tekst over de AutoVorm heen lopen.
-
Voor tekst Met de optie Voor tekst plaatst u de AutoVorm over de tekst heen.
Horizontaal uitlijnen Klik op een optie om de AutoVorm op de pagina te plaatsen. De AutoVorm behoudt zijn positie ten opzichte van de pagina, zelfs als u meer tekst eromheen toevoegt.
Geavanceerd Klik op Geavanceerd voor opties om de plaatsing van de vorm en tekstterugloop nauwkeuriger in te stellen. U kunt bijvoorbeeld het selectievakje Object met tekst verplaatsen inschakelen als u de afbeelding bij de tekst wilt houden waaraan deze is verankerd, zelfs als u meer tekst erboven toevoegt.
De afbeeldingsopties wijzigen
Als u een AutoVorm opvult met een afbeelding, kunt u die afbeelding aanpassen door wijzigingen aan te brengen op het tabblad Afbeelding van het dialoogvenster AutoVorm.
Besturingselement voor afbeelding Klik in de lijst Kleur op Automatisch, Grijswaarde (gradaties tussen zwart en wit), Zwart-wit (geen gradaties) of Wassen. Met de schuifregelaars kunt u de helderheid en het contrast van de afbeelding aanpassen.
Comprimeren Klik op Comprimeren als u de resolutie van de afbeelding wilt wijzigen in Afdrukken of Web/scherm. U kunt ook de optie Bijgesneden gebieden van afbeeldingen verwijderen inschakelen als u de grootte die de afbeelding toevoegt aan het bestand verder wilt beperken.
Beginwaarden Klik op Beginwaarden als u de oorspronkelijke kleuren van de afbeelding wilt herstellen.
De tekstvakopties wijzigen
Als u tekst aan de vorm wilt toevoegen, klikt u met de rechtermuisknop op de vorm en kiest u Tekst toevoegen. Wanneer u tekst hebt toegevoegd, kunt u de manier waarop deze in de vorm wordt weergegeven, wijzigen met de opties op het tabblad Tekstvak van het dialoogvenster AutoVorm opmaken.
Interne marge Stel de afstand tussen de tekst en de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het tekstvak in.
Opmerking: Afhankelijk van de AutoVorm komen de randen van het tekstvak mogelijk niet overeen met de rand van de AutoVorm.
Verticale uitlijning Klik op een optie om de tekstpositie in te stellen ten opzichte van de bovenkant, het midden of de onderkant van het tekstvak.
Tekstterugloop in AutoVorm Schakel het selectievakje Tekstterugloop in AutoVorm in als u niet wilt dat de AutoVorm van formaat verandert. Als u dit selectievakje uitschakelt, wordt het tekstvak groter en past de AutoVorm zich aan het grotere tekstvak aan.
Formaat van AutoVorm aanpassen aan tekst Schakel het selectievakje Formaat van AutoVorm aanpassen aan tekst in als de hoogte van de AutoVorm mag veranderen. De AutoVorm wordt langer of korter, afhankelijk van de hoeveelheid tekst in het tekstvak.
Toelichting opmaken Als de AutoVorm een lijntoelichting is, kunt u op Toelichting opmaken klikken om de lengte van de regel en andere opties te wijzigen.
Converteren naar frame Als u opmerkingen, voetnoten of eindnoten, of bepaalde velden wilt opnemen, kunt u de AutoVorm converteren naar een frame. De vorm zou dan in een rechthoek kunnen veranderen wanneer u deze converteert.
Alternatieve tekst toevoegen
Als de vorm tekst bevat, wordt die tekst automatisch in het vak Alternatieve tekst geplaatst. Als de vorm geen tekst bevat of als u de alternatieve tekst wilt wijzigen, klik dan op het tabblad Alternatieve tekst.
Typ in het vak Alternatieve tekst de tekst die u wilt weergeven in schermlezers of als de weergave van afbeeldingen is uitgeschakeld.